Antwoord op mandaten: niet-genoteerde shareclasses

Door shareclasses niet te noteren aan de beurs, heb je zelf in de hand welke partijen kunnen instappen, vertelt directeur wholesale-distributie Rutger-Jan Leewens van Kempen. Zo kun je dus bijvoorbeeld een instapdrempel opwerpen. Het idee hierachter is dat je partijen die met veel geld instappen, een goedkopere shareclass kunt bieden dan het standaard retailfonds. 

In feite gaat het dus om een soort institutionele fondsklassen, zoals die al bestaan van Luxemburgse fondsen.

Robeco lanceerde eerder al dergelijke shareclasses van haar Multi Factor Equities-fonds en haar Global Conservative Equities-fonds.

Lange termijn partnerships

‘We stellen deze shareclasses in onderling overleg met distributiepartners beschikbaar’, licht een woordvoerder van Robeco toe. ‘Door middel van deze shareclass kunnen we vanwege hoge volumes en lange termijn partnerships met distributeurs een lagere management fee bieden.’

Kempen heeft in mei een niet-beursgenoteerde shareclass gelanceerd van haar Nederlandse wereldwijde hoogdividendfonds: het Kempen Global High Dividend Fund. Het gaat om de zogenoemde X-klasse van dit fonds. De lopende kostenfactor van deze klasse bedraagt 50 basispunten. Daarnaast is er een performance fee van maximaal 20 basispunten.

Binnenkort wordt ook de Y-shareclass van dit fonds geactiveerd. Deze heeft geen performance fee, maar in plaats daarvan een lopende kostenfactor van 60 basispunten.

De ‘gewone’ beursgenoteerde shareclass van dit fonds, de N-klasse, heeft een verwachte lopende kostenfactor van 78 basispunten. Recent werd voor dit fonds de service fee verlaagd.

Medio juli zullen ook niet-beursgenoteerde shareclasses voor het Kempen European High Dividend Fund gelanceerd worden. Om deze fondsen te kunnen gebruiken moet een partij bijvoorbeeld minimaal 100 miljoen euro meebrengen, zegt Leewens.

Total cost of ownership

Voor banken en vermogensbeheerders worden lagere fondskosten met het oog op de invoering van de zogenoemde total cost of ownership, een totaalbedrag voor beleggen, uit Mifid II steeds belangrijker, aldus Leewens.

Een bijkomend voordeel van een dergelijke fondsklasse is volgens hem dat er binnen een niet genoteerde shareclass als een fonds dicht moet omdat het te groot wordt, extra ruimte gereserveerd kan worden. Hierdoor hoeven grote partijen in zo’n geval dit fonds niet uit hun modelportefeuilles te halen.

Kempen sloot haar hoogdividend-strategieën in februari 2014 om de grote instroom van toen te stoppen. Enkele banken haalden het fonds toen uit hun beheerportefeuilles. Het fonds ging een klein jaar later weer open.  

De niet-beursgenoteerde shareclasses van Nederlandse fondsen zijn anders dan de bestaande institutionele shareclasses die Kempen al had van haar Luxemburgse fondsen in die zin, dat de lopende kostenfactoren lager zijn.

Dividendlekkage

De lopende kosten van Kempen (Lux) Global High Dividend Fund is 0,91 procent. Hier komt bij dat in Nederland gevestigde aandelenfondsen voor Nederlandse beleggers aantrekkelijker zijn vanwege de mogelijkheid dividendlekkage tegen te gaan. 

De lancering van de nieuwe fondsklassen moet gezien worden tegen de achtergrond van de invoering van het provisieverbod rondom beleggingsdienstverlening in Nederland in 2014.

Voor die tijd was het gebruikelijk dat fondshuizen distributievergoedingen betaalden aan banken en vermogensbeheerders die hun fondsen voor klanten gebruikten. Zij kregen een deel – meestal ongeveer de helft – van de managementvergoeding in het fonds. Grotere partijen konden vaak hogere kortingen bedingen dan kleinere.

Fund of mandates

Een manier om toch nog gebruik te maken van de schaal die je als bank hebt, is het overgaan op het gebruik van fund of mandates: eigen fondsen gevuld met mandaten van assetmanagers. Door met mandaten in plaats van beleggingsfondsen van fondshuizen te werken, is het nog altijd mogelijk te onderhandelen over de prijs van een strategie.

Bijkomende voordelen van het werken met mandaten is dat je, doordat je zelf alle onderliggende beleggingen doet, een heel goed overzicht hebt van wat er in de portefeuille zit en capaciteit ook gereserveerd kan worden.

Bovendien kan maatwerk geboden worden: er kunnen extra eisen op het gebied van duurzaamheid gesteld worden en aanpassingen in het beleggingsuniversum worden gedaan. Niet alle banken en vermogensbeheerders hebben echter de juiste schaal en vergunningen om dit te doen. 

Niet-genoteerde shareclasses, kunnen dan volgens Leewens een alternatief zijn. Het gaat hier weliswaar niet om maatwerk: er is één fondsvariant beschikbaar die door meerdere partijen gebruikt kan worden, maar deze zorgt wel voor een lagere TCO dan wanneer de standaard retailshareclass wordt gebruikt. 

Lees hier het hele artikel

  Article "tagged" as:
  Categories:
juni 28 09:10 2016 Print dit artikel