Met gerust hart beleggen

“Beleggen doe je met geld dat je niet nodig hebt”, wordt vaak gezegd. Op die manier hebben de beleggingen de tijd om te renderen en eventuele dalingen weer te compenseren.

Zo voorkom je verkopen in de buurt van het dieptepunt. Maar hoe bepaal je hoe groot het vermogen is dat je niet nodig hebt? Hoe lang moet je dat vermogen kunnen missen? En welk risico kun je dan nemen met de beleggingen?

Bedrag bepalen dat je kunt beleggen

De meeste mensen beleggen al zonder dat ze zich hier goed van bewust zijn. De pensioenpremies die worden ingehouden van het loon, worden belegd bij de pensioenfondsen.

We bedoelen in dit artikel het vermogen dat je zelf kunt beleggen. Het vermogen dat je kunt beleggen is het verschil tussen het vrij beschikbare vermogen en de vermogensbuffer die verstandig is om aan te houden. Het vrij beschikbare vermogen is het vermogen op bankrekeningen en beleggingen die gemakkelijk zijn vrij te maken.

Vermogensbuffer

De vermogensbuffer is bedoeld om incidentele tegenvallers op te vangen. De wasmachine kan kapot gaan, of de auto kan er mee stoppen. Als je in zo’n geval bent aangewezen op de beleggingsportefeuille, loop je risico. De beleggingen kunnen op zo’n moment onder druk staan en verkopen levert dan verlies op.

De hoogte van de vermogensbuffer is afhankelijk van je uitgaven en levensfase. De meeste mensen rekenen voor de buffer minimaal €25.000.

Naast kosten van incidentele gebeurtenissen, kun je ook geplande uitgaven hebben. Je kunt hierbij denken aan de aflossing van een lening, studiekosten voor de kinderen, etc. Het is daarom verstandig om het vermogen dat je de eerste drie jaar nodig hebt, liquide te houden.

Minimale periode om te beleggen

Het vermogen dat over blijft (vrij beschikbaar vermogen -/- vermogensbuffer), kun je beleggen. Bij een lange beleggingshorizon heb je meer tijd om eventuele tegenvallers op te vangen. Daardoor stijgt de kans op een positief rendement.

Als je beleggingshorizon tussen de 3 en 5 jaar is, kun je dus beter ‘weinig’ risico nemen. Hierbij past een defensief profiel, waarbij een relatief groot deel in vastrentende waarden wordt belegd.

Vermogen dat je langer dan 10 jaar niet nodig hebt, kun je offensief beleggen met een groot stuk in aandelen. Zorg er wel voor dat je altijd voldoende spreiding aanbrengt in het vermogen.

Conclusie

Zorg dat je beleggingen de tijd hebben om te renderen door te beleggen met geld dat je minstens drie jaar niet nodig hebt. Houd ook een buffer aan voor incidentele uitgaven.

Met de rest van het vermogen kun je gerust beleggen. Door het risico van de beleggingen af te stemmen op de  beleggingshorizon voorkom je onnodige risico’s.

Lees hier het hele artikel