Groot-Brittannië op drempel van 'Brexit tsunami'

In een bijdrage voor de Guardian schrijft de professor economie dat het land nu al wordt getroffen door hogere prijzen, tragere groei van de lonen en salarissen. En ondanks het feit dat de werkloosheid met 4,9 procent op een stabiel niveau ligt, stelt Blanchflower dat er onderliggend sprake is van toenemende werkloosheid.

De Britse politiek en het bedrijfsleven lijken in paniek te zijn over de verreikende en veelal nog onduidelijke gevolgen van de uitslag van het EU-referendum van 23 juni, waarin een nipte meerderheid besloot om uit de Europese Unie te stappen. Het pond noteert 1,2218 tegenover de dollar, een daling van pakweg 18 procent.

Flash crash

Eerder deze maand was er sprake van een zogenoemde ‘flash crash’, waarin de Britse munt kort zelfs onder de 1,15 dollar stond. Sindsdien is de munt hersteld, maar de druk op het pond blijft nadat premier Theresa May verklaarde dat ze artikel 50 van het EU-verdrag zal inroepen uiterlijk maart 2017 om gesprekken over een (boedel)scheiding met de unie te starten.

Volgens CMC Markets heeft het Britse pond een herstel nodig boven de 1.2270 dollar om weer terug te keren naar het ‘veiligere’ 1.2330-gebied. Als de munt tegenover de dollar onder de 1.200 valt, dan is een verdere daling mogelijk. Ook tegenover de euro herstelt te munt moeizaam.

Vandaag spreekt Mark Carney, de gouverneur van de Bank of England, in het Hogerhuis met de economische commissie.

De daling van het pond is riskant. Enerzijds laten bedrijven als Ryanair weten dat zij dit jaar slechtere resultaten ten gevolge van deze ontwikkeling verwachten, terwijl bedrijven en consumenten ook worden geconfronteerd met hogere invoerprijzen. Recent was er bij voorbeeld een rel over het in Groot-Brittannië populaire product Marmite. De supermarktketen Tesco heeft een conflict met Unilever over de prijs van dit uit de eurozone geleverde product en heeft de distributie opgeschort.

Stijgende inflatie

Economen zeggen dat het zwakke Britse pond tot hogere invoerprijzen leidt en dus voor inflatie zorgt. Voor 2017 wordt een gemiddelde inflatie verwacht van 2,7 procent in Groot-Brittannië.

Het zwakke pond werkt ook door in de overheidsfinanciën. De Britse regering heeft 2 miljard pond meer moeten lenen op de kapitaalmarkt dan in september nog werd verwacht. Oorzaak zijn lager dan verwachte belastinginkomsten.  

Het lage pond heeft echter ook gunstige bij-effecten, bij voorbeeld voor bedrijven die exporteren. Het IMF is in dat kader minder negatief dan de Britse experts zelf zijn.

Het Fonds stelt dat Groot-Brittannië dit jaar de snelst groeiende economie van de G7 zal zijn met een groei van het BBP van 1,8 procent. Voor 2017 wordt echter wel een daling verwacht.

Lees hier het hele artikel