In Europa gaat het wat beter en in VS stijgt ondernemersvertrouwen

De economie in de eurozone deed het in de tweede helft van vorig jaar uitstekend, maar vertraagde vervolgens. De vertrouwensindicatoren liepen een aantal maanden terug en de harde cijfers volgden. De meest recente cijfers geven een indicatie dat er sprake was van een tijdelijke vertraging.

De Duitse ZEW-vertrouwensindex stabiliseerde in mei en de ZEW-indicator voor de eurozone verbeterde zelfs iets, van 1,9 in april naar 2,4. Dit is nog steeds heel wat lager dan de stand van ongeveer 30 in de tweede helft van vorig jaar. Volgens dezelfde indicator voor alleen Duitsland zijn de verwachtingen in mei stabiel gebleven op -8,2 en is de inschatting van de actuele situatie slechts licht verslechterd, van 87,9 in april naar 87,4. Hierbij moet worden bedacht dat de cijfers maandenlang alleen maar slechter waren geworden.

De industriële productie in de eurozone ontwikkelde zich in maart behoorlijk, met een groei van 0,5% m-o-m en een versnelling van 2,6% j-o-j in februari naar 3,0%. Het aantal kentekenregistraties verbeterde eveneens: een stijging van 9,6% j-o-j in april na een daling van 5,3% in maart. Mogelijk is de datum waarop Pasen dit jaar viel, van invloed geweest.

Het lijkt er dus op dat de verzwakking niet erger wordt. Aangezien de handelsstromen in Azië iets verbeteren en er niet echt redenen zijn waarom de groei in de eurozone verder zou vertragen, verwachten wij dat de conjuncturele omstandigheden in de komende maanden een bescheiden verbetering laten zien. Niettemin geldt waarschijnlijk nog steeds dat ‘de beste tijd voorbij is’. De sterke groei van de afgelopen kwartalen wordt op korte termijn waarschijnlijk niet overtroffen.

Verder lijkt het erop dat Italië afstevent op een groot nieuw economisch experiment, met een coalitieregering van partijen die nog nooit geregeerd hebben en een heel verschillende visie op het economisch beleid hebben. Dit maakt het lastig om te voorspellen wat er gaat gebeuren en het is afwachten hoe lang de nieuwe regering in het zadel blijft. Eén ding lijkt welt zeker: forse stimulering. Hierdoor zal het begrotingstekort toenemen en het valt te bezien hoe de obligatiemarkt hierop gaat reageren. Het rendementsverschil tussen Italiaanse en Duitse staatsobligaties is de afgelopen tijd opgelopen, maar is nog steeds verrassend klein. Volgens ons is de kans aanwezig dat deze spread wat verder toeneemt.

Vertrouwen in de VS aan de beterende hand

Het is moeilijk te zeggen of dit te danken is aan Trump’s stimuleringsmaatregelen of aan iets anders, maar de eerste indices voor het ondernemersvertrouwen in mei wijzen op een toenemend optimisme. De Empire State index is gestegen van 15,8 in april naar 20,1 in mei. Nog indrukwekkender is de verbetering van de Philly Fed index, die omhoogschoot van 23,2 naar 34,4. Met het cijfer van mei is deze index het hoogtepunt van het tweede halfjaar van 2016 dicht genaderd. Dit is veelbelovend.

Ook de hardere cijfers waren goed. De industriële productie steeg met 0,7% m-o-m in april, na een plus van eveneens 0,7% in maart. De productie van de verwerkende industrie, die in maart gelijk bleef, nam in april toe met 0,5%. De detailhandelsomzet was in april 0,3% m-o-m hoger, na een stijging van 0,8% in maart. De prijzen in de zogenaamde controlegroep detailhandelsomzet namen toe met 0,4% m-o-m, na een stijging van 0,5% in maart. Dit zijn allemaal goede cijfers.

Verder vindt er nog steeds handelsoverleg plaats tussen de VS en China. Er komen geruchten naar buiten en deze worden vervolgens ontkend. Zo werd beweerd dat China akkoord was gegaan met een vermindering van het bilaterale handelsoverschot met de VS met USD 200 miljard per jaar, maar dit werd ontkend door China. Het lijkt mij inderdaad sterk dat de Chinese autoriteiten daartoe bereid zouden zijn, want deze belofte zou zonder vergaande overheidsinterventie heel moeilijk in te lossen zijn. Ons basisscenario is nog steeds dat er extreem assertieve onderhandelingstactieken worden toegepast, maar dat een regelrechte handelsoorlog niet waarschijnlijk is.

Wisselende Chinese cijfers en krimp Japanse economie in eerste kwartaal

Het Japanse bbp is in het eerste kwartaal gekrompen met 0,6% k-o-k. Dit was iets slechter dan verwacht, maar de krimp op zich was geen verrassing. De bbp-groei in het vierde kwartaal van 2017 werd naar beneden bijgesteld van 1,6% naar 0,6%. Het zwakke cijfer voor het eerste kwartaal was in overeenstemming met eerder bekendgemaakte lagere indicatoren en handelscijfers voor andere landen in de regio. De cijfers voor meer recente maanden laten echter een bescheiden verbetering zien.

De Chinese cijfers die in de afgelopen dagen naar buiten kwamen, schetsen een wisselend beeld. De groei van de detailhandelsomzet is in april vertraagd naar 9,4% j-o-j, tegen 10,1% in maart. Daarentegen blijkt de industriële productie in april sterker te zijn gegroeid: met 7,0% tegenover 6,0% in maart. Dit is het beste cijfer sinds de beide pieken van 7,6% in respectievelijk begin en midden 2017. Deze cijfers kunnen volatiel zijn, maar het beeld is hoopgevend. Dit wijst er in ieder geval niet op dat de Chinese economie sterk vertraagt. Wij blijven van mening dat de autoriteiten erin slagen de beoogde geleidelijke vertraging te realiseren, en gaan uit van een bbp-groei van 6,5% voor dit jaar, terwijl dit cijfer eerder hoger dan lager zal uitvallen.

In Europa gaat het wat beter en in VS stijgt ondernemersvertrouwen

Lees hier het hele artikel

  Categories:
mei 22 09:55 2018 Print dit artikel

Toon meer artikelen

Over de auteur

Cashcow

Cashcow is het multimediale platform voor particuliere beleggers in Nederland. Het platform geeft inzicht in onder andere beleggingsfondsen, vermogensbeheer, vastgoed(fondsen), online beleggen, fiscale beleggingsmogelijkheden en andere alternatieve beleggingsvormen. Bovenmatige interesse is er voor nieuwe investeringsmogelijkheden.

Toon meer artikelen