‘De rally in opkomende markten heeft de interesse voor de beleggingscategorie geprikkeld, maar volgens ons is er fundamenteel niet veel veranderd’, aldus Botham (foto).
De rally lijkt veroorzaakt te zijn door een verbetering van de risicobereidheid van beleggers, met name doordat de zorgen over China wat meer op de achtergrond zijn geraakt.
Het fundamentele plaatje echter blijft zwak, stelt de Schroders-econoom. Veel van de positieve prestaties berusten volgens hem puur op sentiment.
Beleggers in opkomende markten moeten zich niet blindstaren op grondstoffenprijzen. De gedachte dat de prestaties van opkomende markten afhankelijk zijn van hoe grondstoffen zich ontwikkelen is onjuist. De meeste opkomende markten zijn juist fabrieksproductie-georienteerd, wijst Botham.
Daarnaast is 70 procent van de beurswaarde in opkomende markten in netto grondstoffenimporterende landen. Stijgende grondstoffenprijzen kunnen juist negatief uitpakken voor deze regio.
Wat wel een belangrijke graadmeter voor de opkomende markten is, aldus de econoom, is de export in Amerikaanse dollars. Zonder exportgroei zal een stijging van de bedrijfswinsten beperkt blijven. De handel blijkt nog altijd structureel zwak te zijn en daarmee dus ook de basis onder de prestaties van de aandelenmarkten.
Als grootste risico’s merkt hij aan: angst voor een harde landing in China, een escalatie richting valuta-oorlog en een recessie in de Verenigde Staten.
Tenzij beleggers bereid zijn om dergelijke risico’s te dragen, is dit volgens Botham niet het juiste moment om in opkomende markten te stappen.